Richtlijnen


Ventilatie is het proces waarbij ‘verse’ lucht van buiten naar binnen wordt toegevoerd en ‘gebruik- te’ lucht van binnen naar buiten wordt afgevoerd. In de meeste gevallen is de lucht in de woning meer verontreinigd dan de buitenlucht. Met ventilatie kan worden voorkomen dat hinderlijke en schadelijke stoffen en gassen, gevormd in het binnenmilieu, zich in de woning ophopen. Verder zorgt ventilatie voor de afvoer van vocht, de afvoer van door het menselijk lichaam geproduceerde afvalstoffen (bio-effluenten) en de toevoer van zuurstof. Door ventilatie worden ook de emissies afkomstig uit processen en materialen afgevoerd. Daarnaast worden verontreinigingen van buiten naar binnen getransporteerd.
Als we het over ventilatie hebben, dan maken we onderscheid tussen basisventilatie (permanente toevoer van normaliter benodigde hoeveelheid verse buitenlucht door mechanische en/of natuur- lijke ventilatie) en spuien/luchten (extra ventilatie door het openzetten van ramen tijdens of na vochtpieken, roken, het oplopen van de temperatuur, enzovoort). Basisventilatie en spuiventilatie vindt meestal plaats door bewuste ventilatie (ventilatiegedrag). De lucht in de woning kan worden toegevoerd via gevelroosters, (klap)ramen of luchttoevoerkanalen. De lucht kan worden afgevoerd via ramen, afvoerkanalen aangesloten op mechanische afzuiging, of kanalen door het dak of door de muur zonder mechanische afzuiging. Daarnaast vindt luchtverversing plaats door infiltratie (zo- genaamde onbewuste ventilatie): luchtstromen via naden en kieren.

Voor meer informatie
RIVM